Het Englandspiel
en de geheime diensten in Londen

Becker & Becker

MI9-agente Trix Terwindt

‘Ze is zeer intelligent, bekwaam, vindingrijk, praktisch en uiterst discreet’

FB · 4 december 2025

In de eerste oorlogsjaren slaagde de Duitse contraspionage in bezet Nederland erin de netwerken van de Britse geheime dienst Special Operations Executive (SOE) te infiltreren en over te nemen. De agenten die SOE uitzond en het sabotagemateriaal en de wapens die de dienst boven Nederland liet droppen, vielen daardoor in Duitse handen. Dit is bekend komen te staan als het Englandspiel. Behalve de SOE-agenten vielen er ook slachtoffers onder agenten van andere Britse diensten. Eén van hen was Trix Terwindt, die voor MI9 (Military Intelligence Sectie 9) een ontsnappingslijn voor gestrande geallieerde piloten moest opzetten.

Trix Terwindt

Trix Terwindt in Genève. Aviodrome, dossier Terwindt.

Trix Terwindt

Foto gebruikt voor een visum voor Brazilië, 1942. Aviodrome, dossier Terwindt.

Trix Terwindt werd op 27 februari 1911 in Arnhem geboren in een Rooms-Katholiek gezin. Haar vader was eigenaar van een steenfabriek. Na de lagere school bezocht ze kostscholen in Nederland en België, volgde opleidingen tot binnenhuisarchitect en bibliotheek-assistente, maar vond haar uiteindelijke werkkring bij de KLM. In 1937 behoorde ze tot de eerste lichting stewardessen die voor de vliegmaatschappij werkten. Tijdens de bezetting was van vliegen geen sprake meer, maar verrichte ze geregeld andere werkzaamheden voor de KLM en bleef op de loonlijst staan. Ondertussen raakte zij betrokken bij het verzet. Ze had contact met Klaas Voûte, voormalig vertegenwoordiger van de KLM in Brussel, die zich onder meer bezighield ‘met het weghelpen van Engelsen en Nederlanders’. Soms kreeg Terwindt van iemand bericht dat ergens neergeschoten Engelse vliegers verborgen werden gehouden en gaf ze dit aan Voûte door.

In 1942 zag Terwindt kans het land te verlaten toen haar gevraagd werd een cadet van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger te begeleiden op zijn ontsnappingstocht uit Nederland. Zij vertrokken in maart en bereikten Zwitserland, van waaruit Terwindt alleen doorreisde om op 25 augustus 1942 in Engeland aan te komen. Bij haar screening in de Royal Victoria Patriotic School – het protocol voor iedereen die in Engeland aankwam – liet ze direct weten dat ze beslist geen interesse had in administratief werk voor de Nederlandse regering. Ze wilde niet ‘in de bureaux in Londen’ terechtkomen maar een actieve bijdrage aan de oorlogsinspanning leveren.

De mogelijkheid daartoe kwam in zicht toen ze werd geïntroduceerd bij Airy Neave. Hij werkte voor MI9, in 1939 opgericht om gestrande militairen in bezet Europa te helpen aan arrestatie te ontkomen en naar Engeland terug te keren. Het was Neaves taak om een organisatie in Nederland en België op te bouwen die hulp zou bieden aan gestrande RAF-bemanningsleden. Bij de eerste kennismaking met Terwindt was hij meteen enthousiast: hij zag in haar de ideale geheim agent om in Nederland aan het werk te gaan. Het kwam daarbij van pas dat ze eerder in contact was geweest met een organisatie die op dat gebied actief was geweest.

MI9 had echter zelf geen contacten in bezet Nederland. Neave nam daarom de ongebruikelijk stap om SOE om hulp te vragen, terwijl normaal gesproken de verschillende Britse diensten uit veiligheidsoverwegingen volstrekt gescheiden van elkaar werkten. Charles Blizard, hoofd van de Nederlandse sectie van SOE, was bereid om te helpen bij Terwindts opleiding tot geheim agent en haar dropping. Onder de alias Beatrice Thompson kreeg Terwindt een basisopleiding in Wanborough Manor bij Guildford in Surrey, zo’n zestig kilometer ten zuidwesten van Londen. Ze kreeg een cursus parachutespringen bij het RAF-vliegveld Ringway bij Manchester en tenslotte werd ze gestuurd naar de zogenoemde finishing school in Beaulieu in het New Forest in Hampshire. Daar kregen agenten onder meer les in coderen, seinen en het ondergaan van verhoren.

Eind januari 1943 kreeg Terwindt de volgende beoordeling van Beaulieus chief instructor John Wedgwood:

Ze is zeer intelligent, bekwaam, vindingrijk, praktisch en uiterst discreet. Ze is hardwerkend, serieus en als ze eenmaal iets doorheeft, kan ze het snel toepassen. Ze heeft kennis van de wereld en kan zich mengen met alle soorten en klassen mensen. Het zou moeilijk zijn om haar te misleiden of beïnvloeden. Ze heeft een zeer aangename persoonlijkheid, rustig maar krachtig. Op het eerste gezicht zijn zowel haar uiterlijk als haar manier van doen misleidend; ze lijkt verlegen, negatief en bijna ‘muisachtig’ - in werkelijkheid is ze precies het tegenovergestelde. De bedrieglijkheid van haar uiterlijk kan heel nuttig zijn, omdat ze gemakkelijk onopgemerkt kan blijven. Ze zal anderen goed kunnen overtuigen, vooral mannen, om haar te helpen door haar ogenschijnlijke vrouwelijke zwakte; ze zal gemakkelijk hun vertrouwen winnen.

Terwindt was nu klaar voor uitzending. De codenaam voor deze operatie was Chicory. In de nacht van 13 op 14 februari 1943 vertrok zij in stormachtig weer van vliegveld Tempsford met de Halifax van piloot Christopher Gibson en zijn bemanning. Aan boord waren ook twee SOE-agenten Cornelis van Hulsteijn en Cornelis Braggaar en materiaal dat op verschillende plekken moest worden gedropt. SOE had contact gelegd met eerder uitgezonden agenten om droppingsplekken af te spreken en zogenoemde ontvangstcomités te regelen die de agenten zouden opvangen.

Dankzij de verslagen van de Royal Air Force weten we hoe Gibsons vlucht verliep. Aan de hand van een bos en een spoorweg identificeerde navigator John Rigden de afgesproken droppingsplek. Het ontvangstcomité werd gespot. Om twintig voor één ’s nachts sprong Terwindt af boven een terrein vlakbij Wezep, vanaf zo’n 150 meter hoogte. Er werden twee pakketten gedropt. In de buurt van Garderen werd daarna materiaal afgeworpen en tenslotte vloog Gibson naar een plek tussen Hoorn en Enkhuizen om Van Hulsteijn en Braggaar af te zetten. Omdat ze geen teken zagen van een ontvangstcomité keerde Gibson met twee van zijn passagiers naar Engeland terug.

route Terwindt

Gibsons route vanaf Tempsford (1), over Cromer (2) en Vlieland (3) naar de eerste (4), tweede (5) en derde afgesproken plek (6) en terug over Akersloot (7) en Southwold (8). Bewerking van A war atlas for Americans. Prepared with the assistance of the Office of War Information (New York 1944) 18, Stanford Libraries/David Rumsey Map Collection.

Het ontvangstcomité dat Terwindt opving, bestond uit een groep mannen. Ze wekten haar irritatie: ze moest maar zo snel mogelijk weer uit Nederland weggaan, was hun commentaar, want een vrouw wilden ze niet hebben in de ondergrondse organisatie. Dit geluid was voor Terwindt niet nieuw. Zo had de militaire attaché in Bern geweigerd haar te helpen om naar Engeland door te reizen onder het motto: ‘vrouwen kunnen we in Engeland in oorlogstijd niet gebruiken!’

Nadat Terwindt naar een houten schuur was gebracht, werden opeens haar handen achter haar rug geboeid. Eerst dacht ze nog dat de mannen haar op de proef stelden. Toen een Duitser in burger, een officier van de Abwehr, de hut binnenkwam, werd het haar duidelijk: ze was regelrecht in de handen van de vijand gedropt. Toen had ze al – op uitdrukkelijke instructie van SOE – het ontvangstcomité verteld over het contactadres dat ze uit Londen had meegekregen. Het ging om Cornelis Smit van de Bally schoenenwinkel in Den Haag, die RAF-bemanningsleden onderdak had geboden en wiens naam was opgedoken in MI9-rapporten van de laatste paar weken. Later vertelde ze: ‘Daar heb ik enorm onder geleden. Ik bedoel de verantwoording, die je had voor die man.’ Smit werd op 12 maart 1943 gearresteerd, ter dood veroordeeld en op 10 maart 1944 gefusilleerd.

Na een eerste verhoor werd Terwindt naar Haaren overgebracht en vandaar in mei 1943 via Scheveningen naar concentratiekamp Ravensbrück. Het nieuws van Terwindts arrestatie bereikte Londen in december 1943. Neave reageerde verslagen: ‘Dit is precies wat ik al vreesde dat met haar gebeurd was, omdat we al enige tijd niets van haar hebben gehoord. Het is echt heel slecht nieuws. We hoopten dat ze goed werk zou kunnen doen. Ik ben bang dat degenen die haar in Nederland opvingen, mogelijk zelf in Duitse handen waren.’ De tragiek was inderdaad dat Terwindt was opgepakt als gevolg van de samenwerking van MI9 met SOE. Om afspraken te maken over ontvangstcomités en droppingsplekken had SOE immers contact gezocht met een eerder uitgezonden agent in Nederland. Deze bevond zich echter in gevangenschap en het bericht van Terwindts komst werd door de Duitse bezetter gelezen.

Trix Terwindt

Trix Terwindt in 1946. Op de achterkant haar aantekening: ‘Spring 1946 being “overfed” again, but fighting to regain my “zest” for life, my humour and my cheerfulness!’. Aviodrome, dossier Terwindt.

Eind februari 1944 werd ze naar het concentratiekamp Mauthausen getransporteerd. Op 25 april 1945 werd Terwindt door het Rode Kruis uit het kamp gehaald en naar Sankt Gallen in Zwitserland gebracht, waar zij in het ziekenhuis werd opgenomen. Op de vraag van de Parlementaire Enquêtecommissie naar haar toestand antwoordde zij:

ik heb op het randje van de dood gelegen. Zo gauw je in Zwitserland aankwam, had je geen morele drang meer je trots alles op te houden en aan je lichamelijke ellende weerstand te bieden. Je zakte zo in en je was weg.
‘U was er dus ook lichamelijk slecht aan toe?’, vroeg de voorzitter haar. Het antwoord: ‘Oh ja, ik was wel een van de slechtste.’

Vlak voordat ze zou vertrekken, had Terwindt een angstig voorgevoel gehad. Jaren later schreef ze aan Neave over de droom die ze had gehad ‘de laatste nacht dat ik in mijn flatje in Londen sliep (dat ik werd ondervraagd door een groep Duisters in burger die aan een tafel zaten) […] Ik voelde dat er iets afschuwelijks zou gaan gebeuren, hoewel ik een vaag gevoel had dat ik het zou overleven. Ik was er zeker van dat ik Londen niet terug zou zien voordat de oorlog voorbij was.’

Terwindt werd onderscheiden met het Kruis van Verdienste, het Bronzen Kruis en de Amerikaanse Medal of Freedom. Na de oorlog ging zij weer aan het werk bij de KLM, maar haar oorlogservaringen bleken zowel geestelijk als fysiek grote schade te hebben aangericht. In 1950 zette zij een punt achter haar werk bij de luchtvaartmaatschappij. Ze oordeelde zonder wraakgevoelens over wat haar was overkomen. In 1968 schreef ze Neave: ‘Ik was een amateur maar in een oorlog moet je risico’s nemen. Ik speelde een spel van kat en muis met de Gestapo met het enige verschil dat ik in een kooi zat en de kat vrij was.’ Trix Terwindt overleed in 1987.


Bronnen

  • Erik Schaap, ‘Het naoorlogse gevecht van geheim agente Trix Terwindt’, Mei tot Mei.
  • Cornelis Smit.
  • Aviodrome, Dossier Trix Terwindt, met dank aan Coen Hijszeler.
  • The National Archives, HS 9/1452/8, AIR 20/8476, AIR 27/956/1 en AIR 27/1068/10.
  • Nationaal Archief (NA), Ministerie van Justitie te Londen, 2.09.06, inv.nr. 10087.
  • NA, Ministerie van Defensie te Londen, 2.13.71, inv.nr. 2166, 2397 en 2816.
  • Airey Neave, Saturday at MI9. A history of underground escape lines in North-West Europe in 1940-45 by a leading organiser at MI9 (Londen 1974).
  • Cyril Cunningham, Beaulieu. The finishing school for secret agents 1941-1945 (Barnsley 1998).
  • Ingrid van der Chijs, Luchtmeisjes. Verzet en collaboratie van twee stewardessen (Amsterdam 2012).
  • Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940-1945, Verslag houdende de uitkomsten van het onderzoek 4C-I, De Nederlandse geheime diensten te Londen. De verbindingen met het bezette gebied (Punt F van het Enquêtebesluit), Verhoren (’s-Gravenhage 1950).
  • Tamara Becker & Frans Becker, ‘“Ik voelde dat er iets afschuwelijks zou gaan gebeuren”. MI9-agent Trix Terwindt’, Terugblik 40-45. Maandblad van de Documentatiegroep ’40-’45 69/3 (2025) 12-17.

Alle blogs Engelandvaarders