top of page
  • FB

Sally Noach: een formidabele redder in nood

Bijgewerkt op: 21 dec. 2023

Vele van de Nederlandse geheim agenten tijdens de Tweede Wereldoorlog waren Engelandvaarders: zij hadden Groot-Brittannië bereikt via de Noordzee of over land via België, Frankrijk, eventueel Zwitserland, Spanje, Gibraltar en/of Portugal, waar ze dan op boot of vliegtuig stapten. Een van de grote risico’s op de landroute was arrestatie en internering in Vichy-Frankrijk. Als ze gearresteerd werden konden deze vluchtelingen – Joods of niet – weinig hulp verwachten van de Nederlandse vertegenwoordigers in Frankrijk.


Maar gelukkig voor vele honderden vluchtelingen was daar Sally Noach. Hij was een Nederlandse zakenman van Joodse afkomst, die zich in zijn ouderlijk huis in Brussel bevond toen de Duitsers in de meidagen van 1940 Nederland en België binnenvielen. Hij week uit naar Parijs en reisde door naar Toulouse om vervolgens eind 1940 in Lyon aan te komen.


Daar werd Noach de steun en toeverlaat van de Franse honorair consul voor Nederland. Eerst was dat Léopold Lambotte, die geen Nederlands sprak en Noach aanstelde als onbezoldigd medewerker. Op 5 mei 1941 bevestigde Lambotte dat Noach als tolk-vertaler verbonden was aan het consulaat, dat officieel ‘Office Néerlandais’ heette, en dat zijn diensten onmisbaar waren. Lambotte werd in november 1941 opgevolgd door Maurice Jacquet, met wie Noach eveneens goed kon opschieten en van wie hij alle ruimte kreeg voor zijn activiteiten.


Dankzij Sally’s ondernemingszin, lef, doorzettingsvermogen, vindingrijkheid en de bijzonder nuttige contacten die hij in korte tijd wist te leggen – hij sprak voortreffelijk Frans – kon hij talloze vluchtelingen helpen. Een van die contacten was de Franse kolonel Paul Marx, auditeur bij de Militaire Rechtbank in Lyon, die Noach als tolk benoemde. Noach organiseerde voedsel, morele steun en geld, bezocht vluchtelingen die geïnterneerd waren, stond hen bij in processen, en wist hen uit gevangenissen en kampen vrij te krijgen. Hij zorgde voor de benodigde – eigenhandig vervalste – papieren en hielp hen op weg naar Zwitserland of Spanje. Terwijl de officiële vertegenwoordigers van Nederland voorzichtig en bureaucratisch te werk gingen, kleurde Noach zonder problemen buiten de lijntjes. En met succes. Zijn huzarenstuk leverde hij in augustus 1942: dankzij een grote dosis brutaliteit wist hij na een razzia in Lyon, onder het oog van Duitse en Franse officieren, 118 gevangen vrij te krijgen.


Enkele Engelandvaarders die later geheim agent voor de Britse geheime dienst Special Operations Executive (SOE) werden, hebben getuigenis afgelegd van de hulp die zij onderweg in Frankrijk van Noach hadden gekregen. Zo was Laurens Punt gearresteerd op beschuldiging van spionage, maar dankzij de interventie van Marx en Noach werd hij uit de gevangenis ontslagen. In december 1942 bereikte hij Engeland. Toen Punt, net als alle andere buitenlanders na aankomst in Engeland, verhoord werd in de Royal Patriotic School, liet hij volgens het verslag weten:

He [Punt] had first been accused of espionage though he does not himself know why, but this charge was withdrawn thanks to the efforts of Noach, the interpreter, and col. Marx, who spoke for him and eventually he was only sentenced to one month and 1,200 francs for crossing the demarcation line, in which payment he was assisted by the Dutch Office at Lyon, while the imprisonment having already been done was deducted. Thus on 19.3.42 he was released to go to the Dutch Centre at Toulouse.

Punt bedankte Noach in een brief uit 1943: aan hem had hij zijn leven en zijn vrijheid te danken.

De latere SOE-agent Gerrit van Os getuigde in de Royal Patriotic School bij zijn verhoor op 13 augustus 1942 hoe hij in Lyon was ontvangen: 

At Bourgh they [Van Os en een medereiziger] managed to get a taxi and in this travelled tot the Office Neerlandais at Lyons where they saw Mr. Noach […]. Van Os added that they were very cordially received.

Ook Oscar de Brey werd door Noach opgevangen. Hij schreef Noach op 1 januari 1943 – hij was toen bij de Prinses Irene Brigade ingedeeld – over de oudejaarsavond van een jaar eerder, toen hij met een aantal metgezellen de gastvrijheid van Noach genoot: ‘die avond was een van de vele lichtpunten welke U mij bezorgde in de inktzwarte duisternis van gevangenissen en concentratiekampen.’ Van Os werd op 18 februari 1943 als geheim agent boven Nederland gedropt, De Brey en Punt op 21 mei 1943. Alle drie werden direct na hun landing gearresteerd. Zij werden in september 1944 in Mauthausen vermoord.



In september 1942 dreigde Sally Noach zelf gearresteerd te worden. Hij verliet spoorslags Lyon en reisde via Spanje en Portugal naar Londen, waar hij op 5 december 1942 aankwam. Hij werd buitengewoon hartelijk verwelkomd door de Engelandvaarders die door hem waren geholpen, evenals door koningin Wilhelmina. Maar bij de politieke autoriteiten wachtte hem een heel andere ontvangst. Nadat Noach een rapport had geschreven over zijn belevenissen, inclusief het belabberde functioneren van de Nederlandse vertegenwoordigers in Frankrijk, volgde een uiterst onaangename confrontatie met de minister van Buitenlandse Zaken Eelco van Kleffens. Het toppunt van brutaliteit vond de minister dat Noach zijn rapport eerst aan Wilhelmina had aangeboden.


Sally Noach Engelandvaarders 1943
Sally Noach (met witte jas) in Hyde Park te midden van Engelandvaarders, februari 1943. Bron: https://sallynoach.com/fotos/

Wilhelmina vond dat Noach de kosten van zijn activiteiten in Frankrijk – waarvoor hij vrijwel geheel zelf was opgedraaid – vergoed moest krijgen. Hij kreeg alvast een klein voorschot, maar vervolgens was het wachten tot zijn claim werd gehonoreerd door de minister van Oorlog, Otto van Lidth de Jeude. Na een interventie van Wilhelmina werd hij op een middag om drie uur ontboden bij Van Lidth. Om vier uur wachtte Noach nog steeds. Hij vroeg de adjudant van de minister:

Is de minister soms bezet? De minister is niet bezet. Hij weet, dat U er bent. Waarom word ik dan niet binnengelaten? Ik moet wachten op een belletje.

Daarop vertrok Noach, om meteen daarna telefonisch te worden uitgenodigd voor de volgende dag, zelfde tijdstip. Er dreigde een herhaling van zetten en dus klopte Noach de volgende dag op de deur en ging naar binnen. De minister zat achter zijn bureau: ‘Wie bent U?’ Noach stelde zich voor. ‘En wat komt U doen?’ Dat moest duidelijk zijn, Noach was door de minister uitgenodigd. Er ontspon zich eerst een onaangenaam gesprek over Noachs kritische rapport en vervolgens over de financiële kwestie. Van Lidth de Jeude was helder:

Ik zal U een kort en duidelijk antwoord geven, meneer Noach. U hebt van mijn Departement n i e t s te vorderen. Onzerzijds is U niet opgedragen om te doen wat U gemeend heeft te moeten doen.

Noach legde uit waarom hij gehandeld had zoals hij gedaan had, maar het gesprek kreeg ‘een nogal onvriendelijke uitloper’, zoals hij zelf later schreef. Enige schadeloosstelling heeft Noach nooit gehad. Zou het onbeschofte optreden van Van Lidth mede zijn ingegeven door anti-semitisme, waarvan verschillende passages in zijn dagboeken getuigen? Of was het de gewone arrogantie en zelfgenoegzaamheid van de gezagsdrager?

 

Ook na de oorlog kreeg Noach niet de waardering die hij verdiende. In 1971 verschenen zijn herinneringen onder de titel Het moest gedaan worden, opgetekend door Max Haringman. Zij getuigen van het relativeringsvermogen en het grote gevoel van humor waarmee Noach zijn Londense ervaringen bezag. In 2022 verschenen deze herinneringen opnieuw, maar dan als onderdeel van een voortreffelijk gedocumenteerde studie van zijn zoon Jacques, die nauwkeurig reconstrueerde wat zijn vader had gedaan, hoe zijn activiteiten in een kwaad daglicht werden gesteld en ondergewaardeerd bleven – ook in het officiële onderzoek dat na de oorlog ingesteld werd naar het gedrag van de Nederlandse vertegenwoordigers op het continent in oorlogstijd.


Sally Noach receptie Amsterdam 1969
Receptie in Doelen Hotel, Amsterdam, 1969. Bron: https://sallynoach.com/fotos/

Erkenning kreeg Noach van de Englandvaarders en van het Koninklijk Huis. Op zijn zestigste verjaardag, op 28 december 1969, werd Sally Noach uitgenodigd op Paleis Soestdijk, waar koningin Juliana hem benoemde tot Erekruis in de Huisorde van Oranje. Prins Bernhard plaatste de rozet van de onderscheiding in zijn linker jas-knoopsgat en zei: ‘Sally, deze krijg je van mij.’


Sierk Plantinga wijst in zijn bespreking van het boek van Jacques Noach over Sally terecht op de parallel met een andere geschiedenis: die van waarnemend consul Jan Zwartendijk die in Kaunas, Litouwen het leven van vele Joden wist te redden. Zwartendijk kreeg in september 2023 postuum daarvoor de Erepenning voor menslievend hulpbetoon in goud. Het is tijd dat Sally Noach postuum deze zelfde onderscheiding wordt toegekend.


Bronnen

The National Archives (TNA), HS 9/1217/6 en HS 9/1508/5.

Sally Noach, Het moest gedaan worden Opgetekend door M.G. Haringman. Met een woord vooraf door rabbijn dr. J. Soetendorp (Apeldoorn 1971).

Jacques Noach, Het ongeloof. Sally Noach hielp honderden Joodse en niet-Joodse Nederlanders vluchten (Hilversum 2022).

Sierk Plantinga, ‘Boekbespreking Het ongeloof’ Mars et Historia. Nederlandse Vereniging voor Militaire Historie 57/3 (2003).

Jan Brokken, De rechtvaardigen. Hoe een Nederlandse consul duizenden Joden redde (Amsterdam/Antwerpen 2018).


Foto's

Oscar de Brey: The National Archives (TNA), HS 9/206/6.

Gerrit van Os: TNA, HS 9/1508/5.

Overige: https://sallynoach.com/fotos/.


424 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page