De mannen van operatie ‘Turnip’ vertrokken op 28 maart 1942. ‘Organisator’ Leo Andringa en marconist Jan Molenaar hadden als opdracht een nieuwe zeeroute te zoeken voor in- en exfiltratie. Ze moesten ook bepaalde plekken in Brabant verkennen en mannen rekruteren voor sabotagewerk.

Jan Molenaar (1918-1942) kwam uit Waddinxveen. Zijn militaire dienst had hij in 1938-1939 vervuld bij het 2de regiment Huzaren. Vanaf augustus 1939 was hij korporaal bij de Marechaussee. In juni 1940 kwam Molenaar met de marechausseebrigade uit Venray in Engeland aan – met andere brigades hadden ze door België en Frankrijk gereisd.

Volgens Hans Geel, Het dorp Waddinxveen in de oorlog 1940-1945 (zie Oorlogsgravenstichting) kreeg de familie Molenaar na de oorlog een schrijven van P.H. Rouvroy, oud-opperwachtmeester van de brigade Venray:

‘Omstreeks oktober 1939 kwam Jan Molenaar als jong marechaussee van het depot op de brigade Venray. Al spoedig bleek dat Jan Molenaar, wat studiezin, dienstijver en karaktereigenschappen betrof veel beloofde voor de toekomst. Jan werd een goed kameraad, een goed politieman. Iemand die wist van aanpakken. Een steun voor zijn brigadecommandant, bij zijn kameraden zeer gezien. In 1940 kwam Jan met ons in Engeland. Op een avond stond Jan met tranen in zijn ogen voor mij: “Opper, ik wil wat doen, ik wil vechten tegen de moffen.” Spoedig daarna werd Jan parachutist. Daarna vertrok hij naar de school van “Intelligence Service” (Geheime Dienst). Enige tijd later schreef hij mij, dat hij de zware training met goed gevolg had doorstaan en was bevorderd tot 1e Luitenant. Nu heb ik mijn doel bereikt en hoop spoedig wat voor mijn vaderland te kunnen doen, zo schreef hij.’

Molenaars training bij SOE begon in juni 1941. Het oordeel van de instructeurs: ‘Not quick but intelligent, sound and well disciplined. Has perseverance and adaptability. A quiet personality who is specially interested in W/T. He has practiced morse assiduously in his spare moments.’

Molenaar raakte zwaar gewond bij landing. Het verhaal gaat dat Andringa hem de L-pill (zelfmoordcapsule) toediende, zoals opgeschreven door Jelte Rep in Englandspiel. Spionagetragedie in bezet Nederland 1942-1944 (Bussum 1977).

Uit de SOE-dossiers blijkt dat Andringa – via SOE-agent Han Jordaan die tegelijk in Nederland was gedropt – aan Londen liet weten dat Molenaar bij landing was omgekomen. Hij was op een stenen muur terechtgekomen en brak daarbij beide benen en zijn rug. Zijn lichaam was inmiddels gevonden. Aanwezige papieren en ander ‘incriminating evidence’ had Andringa verbrand, de radiozender had hij in de buurt begraven.

Molenaar was verloofd met Annie Hurst uit Macclesfield.