Het Englandspiel
en de geheime diensten in Londen
Becker & Becker
Jo Buizer
1918-1944
Almkerk
Johannis Jan Cornelis (Johannus volgens de overlijdensadvertentie, Johannes volgens de Amsterdamse archieven)
Bron: Beeldbank WO2/Verzetsmuseum Amsterdam
Bron: Museum Engelandvaarders Noordwijk
Bron: Museum Engelandvaarders Noordwijk
Bron: Beeldbank WO2/Verzetsmuseum Amsterdam
Halsoverkop naar Engeland vertrokken
Jo Buizer woonde sinds zijn 18de in Amsterdam. Toen was hij bij de PTT gaan werken als radiotelegrafist.
Hij was de jongste van vijf kinderen. Zijn vader was rijtuigmaker. Toen diens fabriek in Almkerk in 1926 failliet ging, was het gezin naar Rotterdam verhuisd. Daar had Jo Buizer zijn middelbare school afgemaakt en als kantoorbediende gewerkt.
Zijn militaire dienst volbracht Jo Buizer in 1938-1939 bij het 22e regiment infanterie in Ede. Tijdens de mobilisatie eind augustus 1939 kwam hij bij een radiostation in Voorburg van de genietroepen (ingenieurs). Na de demobilisatie in juni 1940 ging hij weer aan het werk bij de PTT in Amsterdam. Begin juni 1940 betrokken hij en zijn broer Nicolaas een kamer in het pension van Johanna Dalm op PC Hooftstraat 63-II. Tijdens zijn ondervraging in Engeland vertelde Buizer dat hij van de Duitse bezetter opdracht kreeg om naar Engelse, Amerikaanse en Afrikaanse radiostations te luisteren.
Op zaterdag 14 februari 1942 kreeg Buizer bezoek van Jan de Haas, die was gestuurd door Ab Homburg. Buizer kende Homburg uit zijn diensttijd. Homburg was in maart 1941 naar Engeland vertrokken en werd in september boven Nederland gedropt als geheim agent voor SOE. De Haas vertelde Buizer dat hij zich moest klaarmaken om binnenkort te vertrekken. De volgende dag al belde De Haas met de boodschap: kom onmiddellijk naar IJmuiden. De 16de voeren ze op de stoomtrawler Beatrice naar Great Yarmouth.
Waarschijnlijk had Buizer zijn familie niet ingelicht. In ieder geval deed zijn broer Nicolaas op 19 februari aangifte in Amsterdam van vermissing. Namens hun ouders vroeg hij opsporing van Jo, ‘die j.l. zondag van hier naar zijn ouders te Rotterdam ging en aldaar niet is aangekomen. Hij mankeert sindsdien bij de PTT alwaar hij in dienst is. Een ongeluk wordt gevreesd.’
Op 17 februari 1942 kwam Buizer in Engeland aan. De volgende dag werd hij overgebracht naar de Royal Victoria Patriotic School voor ondervraging over zijn familie, opleiding, militaire dienst, politieke ideeën en de reis naar Engeland. SOE wilde alles weten over zijn werk bij de PTT, persoonskaarten die in Nederland gebruikt werden en de houding van de politie. Buizer had niet veel toe te voegen aan wat De Haas al had verteld. Beiden vroegen om bij SOE geplaatst te worden. Bij ondervraging liet Buizer een ‘excellent impression’ achter.
Begin maart 1942 begon hij zijn training bij SOE. In drie-en-een-halve maand werd hij opgeleid op verschillende scholen: Chicheley Hall, Audley End House, Roughwood Park, Ringway voor parachutetraining en de radioschool in Thame Park. Vanaf 19 juni 1942 verbleef Buizer in Gaynes Hall, wachtend om zijn missie ‘Spinach’ te mogen beginnen. Hij liet zijn testament en zijn bezit – twee koffers en een tas – achter bij miss Sybil Bond, die werkte bij de Nederlandse Sectie van SOE.
In de nacht van 22 op 23 juni werd hij bij Holten in Overijssel gedropt, samen met Jan van Rietschoten. Buizer zou als marconist voor Van Rietschoten en De Haas gaan werken.
Begin maart 1942 waren SOE-agenten Huub Lauwers en Thijs Taconis gearresteerd. Dit was het begin van de volledige infiltratie door de Duitsers van SOE’s operaties in Nederland, die duurde tot 1944. Omdat SOE de komst van nieuwe agenten aankondigde over geïnfiltreerde communicatielijnen, vielen zij bij aankomst direct in Duitse handen.
Dat was ook het geval bij Buizer en Van Rietschoten: ook zij werden bij aankomst in Nederland direct door de Duitsers gearresteerd. Zoals alle andere agenten, werden ze in Haaren geïnterneerd. Van een proces was geen sprake: dan zou immers uitlekken dat de SOE-agenten in Duitse gevangenschap waren. Nadat enkele agenten uit Haaren waren ontsnapt, werden vrijwel alle anderen eerst naar de gevangenis in Assen, vervolgens in 1944 naar Rawicz getransporteerd. De meeste agenten werden daarna naar concentratiekamp Mauthausen overgebracht. Jo Buizer werd op 6 september 1944 in Mauthausen geëxecuteerd.
In juli 1945 plaatsen zijn ouders een overlijdensadvertentie. Ze hadden blijkbaar gehoord dat hij op 6 juli 1944 was overleden. Die datum werd ook op Buizers persoonskaart in het Amsterdamse bevolkingsregister opgeschreven en later doorgestreept voor 6 september.
31 oktober 2021